Legionella-beheersplan

Hoewel de legionellabacterie al lang bestaat, is iedereen sinds de legionella-epidemie op de Westfriese Flora van 1999 in Bovenkarspel zeer alert op de aanwezigheid van de bacterie. Recent onderzoek naar de aanwezigheid van Legionella in warmwaterinstallaties heeft uitgewezen dat een deel van de installaties besmet is met deze bacterie.

De oorzaak is vaak een te lage boilertemperatuur, in andere gevallen betreft het een samenspel van factoren. Zoals vervuiling van het warmwatertoestel en de leidingen, te veel afkoeling in het net of een verkeerd geplaatste thermometer.

De maatregelen die genomen moeten worden om warmwaterinstallaties te vrijwaren van meetbare aantallen Legionella verschillen per installatie. Een basisvoorwaarde is het instellen van een minimum temperatuur aan het tappunt van 60°C, zoals wordt geadviseerd door de Gezondheidsraad.

Wettelijke regeling
Sind 1 juli 2011 is de nieuwe Drinkwaterwet in werking. Deze wet volgt de bestaande Waterleidingwet op. De regels voor legionellapreventie zijn opgenomen in het onderliggende Drinkwaterbesluit en de ministeriële regeling. 

In deze wet wordt een verplichting opgenomen om voor een collectieve drinkwaterinstallatie een legionella beheersplan op te stellen. Het beheersplan moet er voor zorgen dat aspecten zoals techniek, onderhoud, veiligheid en hygiëne regelmatig worden getoetst aan de eisen.

Ga voor meer informatie naar overheid.nl.

Het Legionella Beheersplan
De onderstaande aanbevelingen gelden voor een verantwoord beheer van een drinkwaterinstallatie met een daarop aangesloten collectieve warmwater installatie binnen en bedrijf of een instelling. Zo wordt de groei van de legionellabacterie zoveel mogelijk voorkomen.
Een risicoanalyse door een erkend installateur of deskundig bureau moet resulteren in een overzicht van knelpunten en suggesties voor verbetering. In het beheersplan worden de maatregelen beschreven die er toe moeten leiden dat een stabiele en veilige situatie wordt bereikt. Het beheersplan wordt op verzoek voorgelegd aan de toezichthoudende instantie. Het beheersplan dient een duidelijke tekening te bevatten van het tapwatersysteem met aanduiding van de meetpunten voor temperatuur en bacteriologische analyse.

Een legionella beheersplan bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Beschrijving van de installatie met een gedetailleerde tekening en overzicht van de gebruikte materialen en toestellen;
  • Risicoanalyse door een deskundige met opgave van eventuele verbeterpunten;
  • Overzicht van de uitgevoerde maatregelen dan wel de wijze waarop de risico's worden beheerst;
  • Aanduiding van de plaatsen waar temperatuur metingen worden uitgevoerd;
  • Schema voor de bacteriologische controle;
  • Logboek waarin alle relevante gegevens (ook analyse en wijzigingen) worden geregistreerd.

Wilt u meer informatie, neem dan contact met ons op. Wij maken graag een vrijblijvende afspraak met u om uw vragen te beantwoorden.

Veel gestelde vragen


Wat is een collectieve leidingwaterinstallatie? 
Een collectieve leidingwaterinstallatie is een installatie waarmee water aan derden beschikbaar wordt gesteld. Dat houdt grofweg in dat als water niet uitsluitend in huiselijke kring wordt gebruikt, er sprake is van een collectieve leidingwaterinstallatie. Dit geldt dus sowieso voor bedrijven. Bijvoorbeeld een slagerij waar personeel uit een kraantje water kan drinken en zijn handen kan wassen. Hetzelfde geldt voor een café, koekfabriek, assurantiekantoor, zwembad, supermarkt of paramedisch centrum waar werknemers en/of klanten een watertappunt (kraan, douchekop of bijvoorbeeld hogedrukspuit) kunnen gebruiken. Ook in een studentenhuis of een woonflat is sprake van een collectieve leidingwaterinstallatie. De eigenaar van het gebouw verhuurt de kamers of appartementen. Hij stelt het water daarmee beschikbaar aan derden. 

Het maakt ook niet uit of water via het waterleidingbedrijf wordt geleverd of dat het in eigen beheer wordt gewonnen. Vooral bij campings komt het wel voor dat de beheerder zelf water uit de grond pompt of het op een andere manier wint. Ook hier geldt de stelregel: als het water (ook) gebruikt wordt door derden, dan is sprake van een collectieve leidingwaterinstallatie. De eigenaren van zo'n installatie zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het water dat via de collectieve leidingwaterinstallatie uit de kraan komt. De eigenaar moet dan maatregelen treffen, zoals bijvoorbeeld het maken van een risico-analyse. 

Welke apparatuur valt onder de verplichting voor het maken van een risicoanalyse?
Kranen en hogedrukspuiten zijn al genoemd. Maar er zijn meer apparaten of voorzieningen waarbij u rekening moet houden met legionellabesmetting. Een (niet volledige) opsomming: buitenkranen, wasfonteinen, brandslangen, sprinklerinstallatie, onthardingsapparatuur, waterfilters, keukenmengkranen, douche- en badkranen, tappunten in werkkasten, nooddouches, oogdouches, voetenwasbakken en boilers. 

Mocht u over een of meer van genoemde apparaten of voorzieningen beschikken, dan moet u zich de vraag stellen of sprake is van een collectieve leidingwaterinstallatie. Is het antwoord ja, dan zijn maatregelen om legionellabesmetting te voorkomen noodzakelijk. 

Wie is verantwoordelijk voor de collectieve leidingwaterinstallatie?
Eigenaren van collectieve leidingwaterinstallaties zijn hiervoor verantwoordelijk. Dat is dus de eigenaar van een gebouw, kantoor of fabriek waarin zich een collectieve leidingwaterinstallatie bevindt. Ook al heeft de eigenaar de zorg voor de leidingen en waterkwaliteit van zijn pand overgedragen aan een beheerder, hij blijft de verantwoordelijke. De eigenaar kan de beheerder vragen maatregelen te treffen om legionellabesmetting te voorkomen. Hij is en blijft echter zelf verantwoordelijk. Om de kwaliteit van het water te waarborgen, moet de eigenaar maatregelen nemen om legionellabesmetting zoveel mogelijk te voorkomen. Bent u geen eigenaar van een pand en maakt u zich zorgen over legionellabesmetting? Neem dan contact op met de eigenaar van het pand. 

Waarvoor ben ik als eigenaar van een pand met een collectieve leidingwaterinstallatie verantwoordelijk?
Het waterleidingbedrijf is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het water en de leidingen tot aan de hoofdkraan van uw gebouw, kantoor of fabriek. Wint u zelf water (komt vooral voor bij kampeerterreinen) dan bent u verantwoordelijk voor de gehele installatie van winning tot en met de kranen, douchekoppen en voetwasbakken aan toe. Levert het waterleidingbedrijf het water dan draagt u als eigenaar van een pand met een collectieve leidingwaterinstallatie de verantwoording voor de leidingen (en de waterkwaliteit in die leidingen) vanaf de hoofdkraan tot en met de tappunten. 

Waar moet ik als eigenaar van een collectieve leidingwaterinstallatie volgens de wet sinds 15 oktober 2001 aan voldoen? 
Als eigenaar van een collectieve leidingwaterinstallatie moet u op grond van de tijdelijke Regeling legionellapreventie in leidingwater een aantal activiteiten ondernemen. Het gaat om het: 
(laten) verrichten van een verplichte risicoanalyse 
(zonodig) opstellen van een beheersplan 
(zonodig) uitvoeren van specifieke maatregelen 

Al deze activiteiten dienden vóór 15 oktober 2001 te zijn doorgevoerd. De inspectie controleert bedrijven en eigenaren van collectieve leidingwaterinstallaties. Met behulp van onderstaand schema kunt u zien welke activiteiten op uw situatie van toepassing zijn. 

Wat houdt de verplichte risicoanalyse in? 
De eigenaar van een collectieve leidingwaterinstallatie moet sinds 15 oktober 2001 en vervolgens eens in de drie jaar een risicoanalyse (laten) uitvoeren van de waterinstallatie. Ook moet dat gebeuren zodra iets aan de installatie is veranderd. Er wordt onderscheid gemaakt in een 
beperkte risicoanalyse; 

Uitgebreide risicoanalyse 
Een beperkte analyse kan worden uitgevoerd als geen inadembare aerosolen vrijkomen. Een aerosol is een uiterst fijne nevel van waterdeeltjes in de atmosfeer. Bij een beperkte risicoanalyse volstaat veelal een inventarisatie van de tappunten.
Heeft een beheerder of eigenaar van een collectieve leidingwaterinstallaties in zijn pand wel te maken met douches of andere tappunten die aerosolen verspreiden, dan is een uitgebreide risicoanalyse nodig. Dat is natuurlijk het geval bij douches, maar kan ook bij andere activiteiten waarbij water wordt versproeid of verneveld. Voor deze analyse moet de hele waterinstallatie worden gecontroleerd. Alleen op die manier kunnen eventuele risico's op legionellagroei in kaart worden gebracht. 

De legionellabacterie?
De legionellabacterie komt gewoon in de natuur voor en is een kleine beweeglijke bacterie van ongeveer 1/1000ste millimeter groot. De bacterie groeit bij een watertemperatuur van 25 tot 55 graden Celsius. Beneden de 25°C is de bacterie ongevaarlijk en boven de 55°C wordt de bacterie gedood. De optimale groeitemperatuur is 42°C. Als het warme tapwater onvoldoende wordt verhit kan de bacterie uitgroeien tot zogenaamde kolonies. Door een lange verblijfstijd in een warmwatercirculatiesysteem en een warmwatervoorraadtoestel kan een populatie legionella ontstaan. In een tijdsperiode van enkele weken ontstaat dan een (kleine) populatie bacteriën die zich hecht aan de binnenzijde van leidingen, slangen en kranen. Het warmwatersysteem wordt gekoloniseerd. Deze cellen leveren voortdurend nieuwe aanwas zodat langsstromend water continue wordt besmet. Het vernevelen van water in de douche heeft de vorming van aërosolen tot gevolg. Aanwezige microben blijven langdurig in minuscule vochtdruppels in de lucht zweven en worden ingeademd. Pas dan wordt deze bacterie gevaarlijk voor de mens. Het inademen kan longinfectie tot gevolg hebben. 

Bron: ministerie van vrom